Afstandshamen…
is shamen; is een activiteit
Aard herkomst | inheems woord |
---|---|
Vroegste datering | 2020 |
Benoemingsmotief | het woord afstandshamen is opgekomen tijdens de coronapandemie die in 2020 in Nederland en België uitbrak. |
Samenhangende woorden (vorm) | afstandschaamte; afstandshaming |
Vorm | Afbreking | |
---|---|---|
Infinitief | afstandshamen | af.stand.sha.men |
Tegenwoordig deelwoord | afstandshamend | af.stand.sha.mend |
Aantal lettergrepen | 4 |
---|---|
Hoofdklemtoon | 1ste lettergreep |
Type | werkwoord |
---|---|
Functie | zelfstandig werkwoord |
Syntactische subklasse | overgankelijk en onovergankelijk |
Vervoeging | regelmatig/zwak |
Hulpwerkwoord voltooide tijden | hebben (
|
Type | samenstelling |
---|---|
Linkerlid | afstand |
Linkerlidtype | zelfstandig naamwoord |
Rechterlid | shamen |
Rechterlidtype | werkwoord (infinitief) |
Tussenklank | geen |
Hyperoniem | shamen |
---|
In onze wildste dromen zouden we zo iemand afstandshamen of hamstershamen met een dodelijk bon mot, maar dat durven we niet.
In een slechte bui doen we aan afstandshamen, misschien wel uit frustratie over onze lockdownkilo('s)…
Domein | gezondheid, geneeskunde en zorg |
---|---|
Tijd | neologisme |