Ik ben Abbaas al-Abd laat ons zien dat het niet ligt aan de samenleving. Angst is
de boosdoener: filofobie, dementofobie, decidofobie, epistemofobie, doxofobie, hypegiafobie,
eufobie, acousticofobie, agrafobie, allodoxafobie, dentofobie, arachibutyrofobie,
panofobie, mastigofobie, eleutherofobie, fobofobie en nog heel veel meer. Met deze
vaststelling daagt Ahmed Alaidi – die vorige maand met veel succes optrad op het festival
Winternachten – de leden van de Egyptische samenleving uit: jullie zijn gewoon bang,
durven niet te leven en zo ook niet je partner in het openbaar te kussen, zegt hij
tegen hen in zijn debuut. In Ik ben Abbaas al-Abd probeert de naamloze hoofdpersoon
door middel van medicijnen zijn duizend-en-een fobieën te onderdrukken.
Iemand die lijdt aan de psychische aandoening genaamd agrafobie is bang voor seksueel
misbruik of seksueel geweld. Deze fobie komt over het algemeen eerder voor bij vrouwen
aangezien zij eerder slachtoffer zijn van aanranding, verkrachting en seksueel getinte
opmerkingen.
Een ervaring in de kinderjaren kan op latere leeftijd terugkomen in de vorm van agrafobie.
Agrafobie wordt in sommige gevallen als agorafobie (pleinvrees) geschreven, een veel
gemaakte fout aangezien de termen iets anders inhouden. Iemand die lijdt aan een ernstige
vorm van agrafobie kan echter ook last van agorafobie krijgen als er geen tijdige
behandeling ingezet wordt. Deze angst komt voornamelijk bij vrouwen voor, maar zien
we in mindere mate ook terug bij mannen.
Agrafobie is een aandoening die het leven van de patiënt ernstig kan beperken, omdat
we in ons leven vrijwel dagelijks in een ruimte zijn met iemand van het andere geslacht.
Ook belanden wij in situaties waarbij we alleen zijn met iemand anders. De angst om
in een dergelijke situatie aangerand of verkracht te worden is in bijna alle gevallen
een irrationele angst en dus ongegrond. Iemand die aan agrafobie lijdt ziet in zulke
situaties wel problemen en herkent niet dat de angst ongegrond is.