Een bakfietsstad…
is een stad
Aard herkomst | inheems woord |
---|---|
Vroegste datering | 2018 |
Bedenker | Waarschijnlijk is een journalist van de Volkskrant de bedenker van de term. |
Vorm | Afbreking | |
---|---|---|
Enkelvoud | bakfietsstad | bak.fiets.stad |
Meervoud | bakfietssteden | bak.fiets.ste.den |
Aantal lettergrepen | 3 |
---|---|
Hoofdklemtoon | 1ste lettergreep |
Type | zelfstandig naamwoord |
---|---|
Naamtype | soortnaam |
Geslacht | mannelijk of vrouwelijk |
Lidwoord | de |
Betekenisklasse | zaaknaam |
Type | samenstelling |
---|---|
Linkerlid | bakfiets |
Linkerlidtype | zelfstandig naamwoord |
Rechterlid | stad |
Rechterlidtype | zelfstandig naamwoord |
Tussenklank | geen |
Wordt GroenLinks of D66 de grootste partij? De twee gaan in de Utrechtse peilingen nek-aan-nek als de grootste van stad - net als in andere 'bakfietssteden' met relatief veel hoogopgeleide bewoners, als Amsterdam en Nijmegen.
Vandaag bevestigt een kop op de voorpagina van De Volkskrant dat het woord bakfietsstad een begrip aan het worden is: 'GroenLinks verovert de bakfietssteden.' Eerder deze week figureerde het woord ook al in hetzelfde dagblad, toen dat schreef dat het bij de gemeenteraadsverkiezingen in 'bakfietssteden' als Utrecht, Amsterdam en Nijmegen zou gaan tussen GroenLinks en D66.
In bakfietssteden als Leiden, Utrecht en Amsterdam zit GroenLinks nu in de colleges.
Tijd | neologisme |
---|