bankbus


bankbus 1.0

Betekenis

bus ingericht als kantoor waarin allerlei bankzaken geregeld kunnen worden en die tussen verschillende plaatsen heen en weer rijdt; mobiel bankkantoor

Een bankbus…

is een bus; is een voertuig; is een vervoermiddel

  • [Functie] doet dienst als kantoor waar bankzaken geregeld kunnen worden
  • [Gebruiker] is vooral nuttig voor mensen die in kleine dorpen wonen waar geen bankfiliaal (meer) is en die slecht ter been zijn of om een andere reden geen grote afstanden kunnen reizen

    Hoofdsemagram: bus


    afbeelding

    Bron: Lee Bristol
    ( CC BY-SA 2.0 )

    Over het woord

    Aard herkomst inheems woord
    Vroegste datering 2002
    Vorm Afbreking
    Enkelvoud bankbus bank.bus
    Meervoud bankbussen bank.bus.sen
    Aantal lettergrepen 2
    Hoofdklemtoon 1ste lettergreep
    Type zelfstandig naamwoord
    Naamtype soortnaam
    Geslacht mannelijk
    Lidwoord de
    Betekenisklasse zaaknaam
    Type samenstelling
    Linkerlid bank
    Linkerlidtype zelfstandig naamwoord
    Rechterlid bus
    Rechterlidtype zelfstandig naamwoord
    Tussenklank geen

    Het woord in gebruik

    Hyperoniem bankkantoor; bus
    Synoniem mobiele bank; rijdende bank

    De rijdende bank komt eraan. De Nederlandse banken sloten vorig jaar meer dan driehonderd filialen. In het Utrechtse dorp Cabauw ging het Rabobankfiliaal dicht. De bankbus biedt uitkomst voor de oudere inwoners.

    NRC,

    Proef met rijdende bank in Noorden Emmen - Noord-Nederland krijgt nog dit jaar de primeur van de bankbus.

    Dagblad van het Noorden,

    met voorzetselgroep


    Voorzetsel: van

    • de bankbus van Rabo

    Sinds januari komt daarom de bankbus van Rabo in Cabauw, twee keer per week op dinsdagmiddag en op vrijdagochtend.

    NRC,

    Domein business, economie en financiën
    Tijd neologisme