Banksparen…
is sparen; is een handeling
Aard herkomst | inheems woord |
---|---|
Vroegste datering | 2006 |
Periode opkomst | 2008 |
Vorm | Afbreking | |
---|---|---|
Infinitief | banksparen | bank.spa.ren |
Tegenwoordig deelwoord | banksparend | bank.spa.rend |
Aantal lettergrepen | 3 |
---|---|
Hoofdklemtoon | 1ste lettergreep |
Fonetische schrijfwijze | [ *b ɑ ŋ k . 's p aː . r ə n ] |
Type | werkwoord |
---|---|
Functie | zelfstandig werkwoord |
Syntactische subklasse | onovergankelijk |
Vervoeging | regelmatig/zwak |
Hulpwerkwoord voltooide tijden | hebben (
|
Type | samenstelling |
---|---|
Linkerlid | bank |
Linkerlidtype | zelfstandig naamwoord |
Rechterlid | sparen |
Rechterlidtype | werkwoord (infinitief) |
Tussenklank | geen |
Hyperoniem | sparen |
---|
De Eerste Kamer heeft de wetswijziging om in 2008 te mogen banksparen aangenomen. Door het banksparen verliezen verzekeraars hun monopoliepositie in het sparen voor een pensioen of beleggingshypotheek.
U kunt banksparen voor uw pensioen, voor de aflossing van uw hypotheek, voor een overlijdensuitkering en voor het onderbrengen van een stamrecht (ontslagvergoeding). U kunt banksparen op een spaarrekening of bankbeleggen met een beleggingsrekening.
Domein | business, economie en financiën |
---|---|
Tijd | neologisme |