Een breedparkeerder…
is een automobilist; is een persoon
Aard herkomst | inheems woord |
---|---|
Vroegste datering | 2011 |
Vorm | Afbreking | |
---|---|---|
Enkelvoud | breedparkeerder | breed.par.keer.der |
Meervoud | breedparkeerders | breed.par.keer.ders |
Aantal lettergrepen | 4 |
---|---|
Hoofdklemtoon | 1ste lettergreep |
Type | zelfstandig naamwoord |
---|---|
Naamtype | soortnaam |
Geslacht | mannelijk |
Lidwoord | de |
Betekenisklasse | persoonsnaam |
Type | afleiding |
---|---|
Basisvorm | breedparkeren |
Woordsoort van de basis | werkwoord (stam) |
Achtervoegsel | -der |
Hyperoniem | persoon |
---|
Particuliere parkeergarages gedogen automobilisten die in twee vakken parkeren alsmaar minder. 'Breedparkeerders' betalen straks dubbel tarief. Garage-eigenaren moeten steeds efficiënter werken en wie twee vakken bezet houdt, kost hen geld. Camera's met software registreren de kentekens van breedparkeerders.
'Daar komt nog iets bij: je weet nooit hoe de situatie rond het vak verandert gedurende het parkeren.' 'Ja dat was het argument van een van de breedparkeerders die ik aansprak terwijl hij van zijn auto wegliep ook. Hij moest er wel zo parkeren want de ander stond daar vanochtend zoveel over de streep.'
Tijd | neologisme |
---|