Een recente Amerikaans metastudie toont aan hoe het excessief onder elkaar bespreken
van zorgen en problemen - het zogenoemde co-rumineren - leidt tot een versterkte internalisering
van depressies en angsten bij jonge meisjes. Alles waar je aandacht aan geeft, groeit:
die stelling gaat ook hier op, jammer genoeg.
De helft van de vriendinnenstellen werd gevraagd over de problemen van een van hen
of beiden te praten zoals ze normaal ook zouden doen. De andere helft, de controlegroep,
moest samen een nieuw recreatiecentrum ontwerpen. Bij de vrouwen in de probleemgroep
die (volgens de psychologen) zaten te co-rumineren, stegen de cortisol-niveaus in
het speeksel binnen een kwartier, vooral als ze over negatieve gevoelens praatten.
Bij de controlegroep was dit niet het geval.
Niet alle pratende vrouwen bleken even sterk te 'co-rumineren' – sommigen hielden
het bescheiden, anderen wisten van geen ophouden. Deze mate van co-rumineren hield
wél verband met het cortisolgehalte, vooral bij gesprekspartners die erg op emoties
hamerden.
Schoolprofessionals en ouders zien dat sommige meisjesvriendschappen worden gekenmerkt
door weinig onderling vertrouwen, weinig stabiliteit en ruzies. Zij zijn verontrust
over de negatieve emoties die deze vriendschapsdynamieken bij meisjes veroorzaken.
Het baart hen zorgen dat sommige meisjes deze emoties vervolgens excessief bespreken
met vriendinnen (corumineren), wat hun emotioneel welzijn en schoolfunctioneren verder
aantast.