Deze nieuwe economie nestelt zich in het brede middenveld tussen overheid en markt.
Maatschappelijke onderstromen van empowerment en verbondenheid zorgen voor een stevige
verankering. Er spreekt ook een groot vertrouwen uit in de medemens. Wat we samen
doen, doen we beter, lijkt wel het leitmotiv. Of ook: delen is het nieuwe hebben,
zoals het Duitse magazine Stern enkele weken geleden nog titelde op zijn voorpagina.
[...] Avis, een klassiek autoverhuurbedrijf, waagde de sprong door begin dit jaar
te investeren in ZipCar, dat de mogelijkheid biedt om een auto op uurbasis te huren.
En ook General Motors zet in de VS de eerste stappen in deze ruil/deeleconomie. Of
consumenten een wagen kopen dan wel delen, lijkt straks misschien wel secundair.
De opmars van de deeleconomie is niet te stuiten, maar niet iedereen is even gelukkig
met de ontwikkelingen waarin bedrijven als Uber en Airbnb een hoofdrol lijken te spelen.
In Nederland richt de discussie zich vooral op Amsterdam. Het is dan ook niet toevallig
dat juist hier zowel UberPop, een app waarmee particulieren zich als taxichauffeur
kunnen aanbieden, als huizenverhuursite Airbnb op weerstand stuiten.
Wat mij heel erg inspireert zijn de visies van Nils Roemen en Juul Martin: zij zijn
de grondleggers van Durftevragen en de Waarmakerij in Nijmegen. Zij hebben in mijn
ogen de visie van de Franciscaanse minderbroeders gemoderniseerd. Zij werken vanuit
sociale overwaarde en de deeleconomie. Er is genoeg voor iedereen in deze samenleving
en iedereen vind het in essentie leuk om elkaar te helpen. Als je hiervan uitgaan
is alles mogelijk.