LET OP: Dit woord heeft ook oudere betekenissen. Alleen de nieuwe betekenissen worden getoond. Bekijk dit woord in het Algemeen Nederlands Woordenboek om alle betekenissen te zien: fietsbellen (ANW)
| Aard herkomst | inheems woord |
|---|---|
| Vroegste datering | 2007 |
| Vorm | Afbreking | |
|---|---|---|
| Infinitief | fietsbellen | fiets.bel.len |
| Eerste persoon o.t.t. | fietsbel | fiets.bel |
| Tweede persoon o.t.t. | fietsbelt | fiets.belt |
| Tweede persoon o.t.t. inversie | fietsbel | fiets.bel |
| Tweede persoon o.t.t. beleefdheid | fietsbelt | fiets.belt |
| Derde persoon o.t.t | fietsbelt | fiets.belt |
| Meervoud o.t.t. | fietsbellen | fiets.bel.len |
| Enkelvoud o.v.t | fietsbelde | fiets.bel.de |
| Meervoud o.v.t. | fietsbelden | fiets.bel.den |
| Tegenwoordig deelwoord | fietsbellend | fiets.bel.lend |
| Voltooid deelwoord | gefietsbeld | ge.fiets.beld |
| Aantal lettergrepen | 3 |
|---|---|
| Hoofdklemtoon | 1ste lettergreep |
| Fonetische schrijfwijze | [ *f i t s . 'b ɛ . l ə n ] |
| Type | werkwoord |
|---|---|
| Functie | zelfstandig werkwoord |
| Syntactische subklasse | onovergankelijk |
| Vervoeging | regelmatig/zwak |
| Hulpwerkwoord voltooide tijden | hebben |
| Type | afleiding |
|---|---|
| Basisvorm | fietsbel |
| Woordsoort van de basis | zelfstandig naamwoord |
| Conversiepartner | fietsbel |
| Conversierichting | van substantief naar werkwoord |
| Hyperoniem | bellen; telefoneren |
|---|
Eigenlijk verlang ik nog wel eens terug naar het moment van mijn verwondering en ongeloof bij het zien van een krantenfoto van een man op een kruispunt in een ver Aziaties land die volgens het bijschrift op die straathoek draadloos aan het telefoneren was. Desnoods wil ik geteleporteerd worden naar de dag dat ik de eerste fietser in Amsterdam zag die mobiel fietsbelde. Of naar het jaar van die dolle dwaze dagen waar ik in een hoekje van het warenhuis uit het zicht van de mensen beschaamd en fluisterend overlegde met het thuisfront over een al dan niet aan te schaffen superkoopje.
Zelfs bakfietsmoeders met kleine kinderen erin rijden overal door rood al fietsbellend en whatsappend.
| Tijd | neologisme |
|---|