Grasgangen worden ingezaaid loodrecht op de hoogtelijnen. Ze remmen het oppervlakkig
afstromende water af daar waar het zich van nature concentreert, op plaatsen waar
geul- en ravijnvorming optreden. Het water zal deels infiltreren en het sediment bezinkt
in de grasgang. Het overtollige water wordt langs de grasgang afgeleid. De beworteling
van het gras zorgt voor een verhoogde bodemweerstand, waardoor geulen en ravijnen
niet langer kunnen ontstaan.
Grasgangen moeten een gemiddelde breedte hebben die ligt tussen 9 en 30 meter. Deze
breedte staat vermeld in het contract en vormt de basis waarop de vergoeding wordt
berekend. De grasgang mag nergens smaller zijn dan 9 meter.