De voorbije twee jaar heeft iedereen die iemand is in Europa, bezworen dat een exit
van Griekenland uit de eurozone niet tot de mogelijkheden behoorde. Vandaag bestaat
er een woord voor dat mogelijk vertrek: Grexit. Er staat voorlopig nog een vraagteken
achter, maar het is wel een piste geworden waarover ook hardop nagedacht wordt [...].
Het feit dat er nu wel over gesproken wordt, ook op de hoogste niveaus van de Europese
besluitvorming, betekent niet dat een Griekse exit minder beangstigend geworden is.
Er is de schrik voor een domino-effect, waarbij speculanten meteen het volgende zwarte
schaap in de eurozone aanvallen.
Of het zover zal komen is nog afwachten, maar er bestaat al wel een woord voor het
scenario waarbij Griekenland uit de eurozone stapt: Grexit, een verkorting van Greek
exit of Griekse exit.
De euro moest Europa verenigen, maar is vooral bezig Europa te splijten [...]. Het
meest hopeloze geval vormt Griekenland [...]. Brussel verlangt van Athene, teneinde
een 'Grexit' te voorkomen, twee dingen: dat het de uitgaven fors vermindert en de
inkomsten fors vermeerdert. Geen van beide zal gebeuren, omdat dat maatschappelijk
onmogelijk is.
Na grexit kwam prexit, de uittreding van Puerto Rico uit de dollarzone (die overigens
ook niet doorging) en alom bekend is inmiddels brexit, de uittreding van Groot-Brittannië
uit de Europese Unie, die recent via een referendum werd afgedwongen. En in het kielzog
van brexit ontstonden auxit (Oostenrijk), bexit (België), dexit, (Duitsland), frexit
(Frankrijk), hunxit (Hongarije), italexit (Italië), nexit (Nederland) en spexit (Spanje).
In België pleitte extreemrechts direct nadat de uitslag van het Britse referendum
bekend was geworden voor een vlexit (Vlaanderen). En in Schotland wilden ze juist
een scoxit, een uittreding uit het Verenigd Koninkrijk.