Een halsbandbom…
is een bom
Aard herkomst | inheems woord |
---|---|
Vroegste datering | 2000 |
Omstandigheden opkomst | Het woord kwam op toen op 16 mei 2000 een Colombiaanse vrouw in haar huis werd belaagd door guerrillastrijders van de FARC die een bom om haar hals plaatsten omdat zij weigerde geld aan hun organisatie te betalen. De bom explodeerde terwijl een expert van de politie probeerde deze onschadelijk te maken, waarbij zowel de vrouw als de politieagent omkwamen. |
Benoemingsmotief | Het gaat om een bom die als een halsband om de hals/nek wordt geplaatst, vergelijk ook het synoniem kraagbom. |
Bijzonderheden | Opvallend is dat dit woord in 2011 niet werd gebruikt toen een soortgelijk explosief door een man om de nek van een Australisch meisje werd geplaatst, maar na enkele uren zonder verdere ongelukken door de politie onschadelijk kon worden gemaakt. |
Vorm | Afbreking | |
---|---|---|
Enkelvoud | halsbandbom | hals.band.bom |
Meervoud | halsbandbommen | hals.band.bom.men |
Aantal lettergrepen | 3 |
---|---|
Hoofdklemtoon | 1ste lettergreep |
Type | zelfstandig naamwoord |
---|---|
Naamtype | soortnaam |
Geslacht | mannelijk of vrouwelijk |
Lidwoord | de |
Betekenisklasse | zaaknaam |
Type | samenstelling |
---|---|
Linkerlid | halsband |
Linkerlidtype | zelfstandig naamwoord |
Rechterlid | bom |
Rechterlidtype | zelfstandig naamwoord |
Tussenklank | geen |
Een 52-jarige Colombiaanse vrouw en een politieman zijn gisteren om het leven gekomen door een halsbandbom. De vrouw werd slachtoffer van deze nieuwe vorm van terreur omdat ze weigerde afpersgeld aan de linkse guerrillabeweging FARC te betalen.
Domein | recht en misdaad |
---|---|
Tijd | neologisme |