De Waddenzee betreed je niet, die geeft hooguit toestemming voor kortdurend verblijf.
Ik voel de boot versnellen in de vloedstroom. Daarna komt de januaristorm, en ligt-ie
jankend aan zijn lijnen in de eilandhaven. De Waddenzee is de enige ongetemde wildernis
die Nederland nog rest. Dat kan de mens niet uitstaan. Er moet getemd worden. Het
moet geëxploiteerd. De natuur moet zich gedragen. Het gasbedrijf belooft de bodemdaling
te 'monitoren', en te stoppen als daar aanleiding voor is – dat noemen ze het 'hand-aan-de-kraanprincipe'.
Prima. Probeer maar eens te monitoren in een gebied dat met z'n staart slaat als een
walvis, dat eilanden laat wandelen, dat elke dag werkt aan nieuwe platen, prielen,
geulen.
De oorlog in Oekraïne maakt duidelijk dat er zo snel mogelijk een alternatief moet
worden gevonden voor Russisch gas. Net voor het weekeinde kreeg het kabinet een flinke
tik op de vingers, tenminste zo omschrijft de Waddenvereniging het advies van VN-organisatie
Unesco dat Van der Wal vrijdagavond naar de Tweede Kamer stuurde. Unesco reageert
met dit advies op de uitleg van het kabinet over het zogeheten hand-aan-de-kraanprincipe,
waardoor de winning meteen moet worden stopgezet als er schade aan de natuur ontstaat.
Dit principe had een geruststelling moeten zijn voor Unesco, dat eerder waarschuwde
dat de Waddenzee zijn plaats op de Werelderfgoedlijst dreigt kwijt te raken.
Vanwege het fragiele ecosysteem en de beschermde status van het Waddengebied wordt
door de overheid en de NAM goed gemonitord hoe het met gebied gaat. Door middel van
het 'hand aan de kraan'-principe kan de minister van Economische Zaken de aardgaswinning
direct stoppen of beperken wanneer blijkt dat de natuur in gevaar is of dreigt te
komen. Dit betekent dat de overheid zowel een profiterende als een beschermende partij
is.
De NAM geeft in het MER aan dat het al bij de start van de gaswinning het hand-aan-de-kraan
principe wil toepassen. Door de gasproductie in het begin te temperen, kan zelfs binnen
de meest veilige natuurgrenzen worden gebleven. Dit als gevolg van het veelvuldig
overleg dat de NAM tijdens het opstellen van het MER heeft gehad met overheden, wetenschappers
en belanghebbenden als milieu-organisaties. De NAM heeft geluisterd naar hun inzichten,
zorgen en wensen.