verschijnsel bij sommige mensen om in crisissituaties van nature hulp te willen bieden;
als syndroom voorgesteld verschijnsel waarbij mensen de neiging hebben andere mensen
te willen helpen
In een interview in 2009 schreef neuroloog E.J. S. zijn hardnekkige werklust toe aan
zijn 'helpersyndroom'. De interviewer zette het woord tussen aanhalingstekens en lichtte
toe: 'Hij wil mensen helpen, er voor ze zijn, dag en nacht'. Leek helpersyndroom destijds
een onbekend gelegenheidswoord (samenstellingen met syndroom worden immers bij de
vleet bedacht), nu de in opspraak gekomen medicus wederom in de schijnwerpers staat,
verwijzen de media opnieuw naar dat syndroom, dat nu meestal gespeld wordt met twee
s'en: helperssyndroom. Dat syndroom lijkt dan ook een plausibele verklaring voor het
feit dat de 67-jarige ex-neuroloog nog steeds praktiseert.
Hoe dan ook, zorgverleners willen graag mensen helpen. Geen misverstand: fantastisch.
Maar ze hebben meestal weinig oog voor het grotere plaatje [...]. Laat de politiek
dan keuzes maken in de zorg. Vaak kunnen de zorgverleners dat beter zelf. Zij zijn
immers deskundig. Maar zij willen helpen, helpen, helpen. En willen – kunnen? – niet
zien dat het onbetaalbaar wordt. Zo helpt het helperssyndroom van zorgverleners de
solidariteit in de zorg om zeep.
Op de één of andere manier trek ik mensen aan met een helperssyndroom al wordt dat
meestal niet officieel vastgesteld. Zij hebben het helpen nodig om hun eigen onzekerheid
te compenseren. Daarmee gaan oude wonden opnieuw open, er ontstaat een ongelijkwaardige
relatie die voor mij niet helpend is. Luisteren, inlevingsvermogen en geduld zijn
wel helpend. Maar het is moeilijk voor veel mensen om zich in te leven in mijn verhaal.