Na terugkeer in Nederland publiceerde ik in dit magazine al een langer stuk over mijn
reis en mijn ofidiofobie, helaas heb ik de slangenangst niet van me af kunnen schrijven.
Een van mijn beste vrienden is de groene criminoloog Tim Boekhout van Solinge, hij
strijdt in het regenwoud van Brazilië tegen illegale houtkap (zie forestforces.org)
en dat doet hij goed. Tim heeft me uitgenodigd een keer met'm mee de jungle in te
gaan en dat lijkt me geweldig. Ik wil zo graag ja zeggen, maar wat als we 's avonds
onze hangmatjes tussen de bomen hebben gespannen en ik voel iets bij mijn teen?
Stel je dus eens voor dat er een forse zwarte slang tussen de bagage in de dakkoffer
van de auto is meegelift en dat je die ineens aantreft op het moment dat je de kampeerstoeltjes
of de kanopeddels eruit wilt pakken. Het overkwam een gezin uit het Drentse Emmen
onlangs. Dat het dier helemaal zwart was, een addervariëteit die in Zweden wel vaker
voorkomt, maakte het voor de vinders wellicht nog enger. Maar de ofidiofobie deed
zijn werk: ze klapten de dakkoffer snel weer dicht en haalden de dierenambulance erbij
om zich over de verstekeling te ontfermen.
Wie ofidiofobie heeft, doet er goed aan de tentoonstelling 'S' van Juul Kraijer in
de Schiedamse Ketelfactory te mijden. Je wordt namelijk onmiddellijk overvallen door
slangen: in collages, tekeningen, foto's en in een video-installatie. En zelfs in
het echt, dat wil zeggen: het vel van een enorme python hangt aan een van de galeriemuren:
ontzield, maar imposant.