opkotten


opkotten 1.0

Betekenis

in (thuis)isolatie plaatsen of houden om een medische reden, bijvoorbeeld tijdens de COVID-19-pandemie; ophokken

Opkotten…

is een activiteit

      Over het woord

      Aard herkomst inheems woord
      Vroegste datering 2020
      Bijzonderheden Kwam op tijdens de coronapandemie.
      Vorm Afbreking
      Infinitief opkotten op.kot.ten
      Eerste persoon o.t.t. kot op kot op
      Eerste persoon o.t.t. opkot op.kot
      Tweede persoon o.t.t. opkot op.kot
      Tweede persoon o.t.t. kot op kot op
      Tweede persoon o.t.t. inversie kot op kot op
      Tweede persoon o.t.t. beleefdheid kot op kot op
      Tweede persoon o.t.t. beleefdheid opkot op.kot
      Derde persoon o.t.t kot op kot op
      Derde persoon o.t.t opkot op.kot
      Meervoud o.t.t. kotten op kot.ten op
      Meervoud o.t.t. opkotten op.kot.ten
      Enkelvoud o.v.t opkotte op.kot.te
      Enkelvoud o.v.t kotte op kot.te op
      Meervoud o.v.t. opkotten op.kot.ten
      Meervoud o.v.t. kotten op kot.ten op
      Tegenwoordig deelwoord opkottend op.kot.tend
      Voltooid deelwoord opgekot op.ge.kot
      Aantal lettergrepen 3
      Hoofdklemtoon 2de lettergreep
      Type werkwoord
      Functie zelfstandig werkwoord
      Syntactische subklasse overgankelijk
      Vervoeging regelmatig/zwak
      Hulpwerkwoord voltooide tijden hebben
      Type samenstellende afleiding
      Linkerdeel op
      Linkerdeeltype bijwoord
      Middendeel kot
      Middendeeltype zelfstandig naamwoord
      Achtervoegsel -en

      Het woord in gebruik

      Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen


      Synoniem ophokken ( (vooral) in Nederland)

      En al houdt de pandemie zich niet aan grenzen, sommige woorden doen dat wel. Belgen spreken bij verplicht binnenblijven van opkotten. Ook toogviroloog – de total leek die toch dingen roept over ziektebestrijding – is Vlaams. Soms blijven termen zelfs binnen een provincie. Had politiechef Hanneke Ekelmans het niet over corona-tuffers? Tuffen in de spuugbetekenis? Behoorlijk Brabants!

      https://www.bndestem.nl/columns/de-taal-van-corona-hoe-ons-virusvocabulaire-razendsnel-verandert~a24bef68/?referrer=https%3A%2F%2Fwww.google.com%2F,
      Taalvariëteit (vooral) in België
      Stijl informeel
      Domein gezondheid, geneeskunde en zorg
      Tijd neologisme