opvoedouder


opvoedouder 1.0

Betekenis

ouder die - na een korte, doelgerichte training, onder begeleiding van een jeugdzorgwerker en tegen een vergoeding - een daartoe veroordeelde criminele jongere tijdelijk opneemt in zijn gezin om deze een heropvoeding te geven

Een opvoedouder…

is een persoon

      Over het woord

      Aard herkomst inheems woord
      Vroegste datering 2006
      Vorm Afbreking
      Enkelvoud opvoedouder op.voed.ou.der
      Meervoud opvoedouders op.voed.ou.ders
      Aantal lettergrepen 4
      Hoofdklemtoon 1ste lettergreep
      Type zelfstandig naamwoord
      Naamtype soortnaam
      Geslacht mannelijk
      Lidwoord de
      Betekenisklasse persoonsnaam
      Type samenstelling
      Linkerlid opvoed
      Linkerlidtype werkwoord (stam)
      Rechterlid ouder
      Rechterlidtype zelfstandig naamwoord
      Tussenklank geen

      Het woord in gebruik

      Opvoedouders krijgen voorafgaand een driedaagse training. Daarin leren ze met de puntenmethode te werken. Het gezin wordt van te voren onderzocht op draagkracht. Ouders moeten kunnen relativeren, een positieve levensovertuiging en humor hebben. Dagelijks is er contact met de hulpverlener. Die hakt bij alle conflicten de knoop door en is 24 uur per dag bereikbaar, ook voor de jongere zelf. De opvoedouder is er vooral om het kind te stimuleren.

      BN/De Stem,
      Taalvariëteit (vooral) in Nederland
      Domein onderwijs en opvoeding
      Domein recht en misdaad
      Tijd neologisme