zus die de biologische of geadopteerde dochter is van de partner van iemands biologische
ouder; dochter van iemands stiefouder uit een andere relatie; stiefzus; bonuszus
Het woorddeel plus drukt net als bonus in bonuszus uit dat de stiefzus een aanwinst is voor haar stiefzus(sen) en/of stiefbroer(s).
"De diversiteit in gezinnen is gigantisch toegenomen. Er zijn niet alleen stiefbroers
en stiefzussen, of om het mooier te zeggen: plusbroers en pluszussen, er zijn ook
halfbroers en halfzussen, plusmama's en pluspapa's, bijkomende grootouders. Dit soort
gezinnen zijn geen 365 dagen op een jaar bij elkaar. Soms zijn ze met zes, soms met
twee, soms met vier. In dit verhaal was het ook zo."
De broertjes Wout (12) en Warre (9) en hun pluszus Dieuwke (11) uit Varsenare lieten
zich gisteren van hun beste kant zien.
Romy had nog twee jongere zussen, een jongere broer en twee pluszussen.
Hey Lisa, mijn ouders zijn gescheiden, mijn pa doet lastig en mijn plusmoeder (stiefmoeder)
is een echte chagrijnige stresskip. Bovendien geeft mijn pluszus op alles commentaar.
Mijn plusbroer is wel oké. ik moet elke week wisselen en ik ben het echt zo beu bij
mijn pa. Erg lang hou ik het er niet meer vol! Help me, please.