dennenboom uit de vrije natuur die in de kerstperiode wordt omgehakt of uitgegraven
om verstikking van andere gewassen te voorkomen en om als kerstboom te fungeren
Een scharrelboom…
is een kerstboom; is een boom
[Functie]
dient als kerstboom
[Eigenschap of hoedanigheid algemeen]
is een dennenboom uit de vrije natuur
[Behandeling of bewerking]
wordt in de kerstperiode omgehakt of uitgegraven om verstikking van andere gewassen
te voorkomen; wordt na de kerstperiode herplant
Het woord is gevormd naar analogie van woorden als scharrelkip en scharrelvlees, waarin het eerste element aangeeft dat het om producten gaat die min of meer in
de vrije natuur groot geworden zijn.
Hak zelf je eigen scharrelboom [...]. Afgelopen weekend trokken honderden mensen naar
nationaal park De Hoge Veluwe om hun eigen kerstboom uit te zoeken en om te zagen.
Het park stelt daarvoor een deel van de dennenbomen beschikbaar.
Mijn familie heeft al jaren de gewoonte een kerstboom aan te schaffen. Niets bijzonders,
inderdaad. Desbetreffende boom wordt echter niet zomaar op straat gekocht. In feite
koopt mijn familie een soort scharrelboom. Jaarlijks trekken we met het hele gezin,
plus aanhang naar Hattem, alwaar wij, vergezeld door goede vrienden van mijn ouders
en hun kinderen en aanhang een boom uitzoeken op een idyllisch veld vol met, tsja,
dan zijn het gewoon nog sparren.
Dit jaar wordt het een éérlijke boom. Een boom die een mooi, rijk leven heeft gehad.
Die niet in een hegbatterij heeft moeten leven. Die lekker heeft kunnen wroeten en
kroelen in de grond, zijn zaad heeft kunnen verspreiden, frisse lucht in z'n nerven
heeft mogen opzuigen. Een boom met een mooie stevige potkluit die na het huiskameravontuur
gewoon weer terug het bos in kan. En iedere avond zingen we hem toe: Oh scharrelboom,
wat zijn uw takken wonderschoon!
Onze kerstboom is een scharrelboom uit Groningen die daar een goed leven heeft gehad.
Na de kerst kan hij de grond weer in!