"Maar het lukt niet meteen. Daarom beginnen we hier – en trainen we hier de Ethiopische
branders, zodat die binnen een jaar in staat zijn te branden op onze smaak. We noemen
dat de Tony Chocolonely-manier: zoals die zijn best doet, maar niet meteen 100 procent
slaafvrij is, gaan wij van start met koffie die niet 100 procent in Ethiopië gemaakt
is." The Race To Kaffa heet het programma om sympathisanten te vinden voor het merk:
ze moeten vanaf januari een steentje bijdragen aan de Coffee Revolution door het woord
te verspreiden.
Op de website www.schonekleren.nl staat achtergrondinformatie en kunnen we per merk
zien of een kledingstuk fair gemaakt is of niet. Koosjer kon mijn 'verantwoorde' outfit
nauwelijks genoemd worden. 'Schoon' zijn maar weinig kledingstukken, leerde ik van
ze. Slaafvrij was het wel, maar gemaakt van katoen, net als de meeste kleren. Katoenvezels
zijn sterk, ze nemen vocht op en laten lucht door. Katoen verbouwen is makkelijk omdat
je enorme plantages kunt aanleggen. Katoen is tegelijkertijd de meest vervuilende
grondstof.
Het in 2006 opgerichte bedrijf koopt zijn cacao direct in bij zo'n duizend boeren
in Ghana en Ivoorkust. Eind dit jaar moeten dat er vijftienhonderd zijn. Op die manier
wil het bedrijf 'slaafvrije chocola' produceren. Want ja, er werken dus slaven op
veel cacaoplantages in Afrika, denken ze bij Tony's. Eva Gouwens heeft ze zelf gezien
toen ze er was. "Stond er bijvoorbeeld een klein jongetje met een enorm kapmes in
een cacaovrucht te hakken. Tijdens schooltijd."
Het Fairtrade-keurmerk dat Chocolonely heeft, zit ook op de Maya Gold repen van Green
& Black`s, die al jaren in de Nederlandse natuurwinkels liggen. En ook het biologische
keurmerk verbiedt dwangarbeid, dus biologische repen (die hier zeker genoeg te koop
zijn) zijn ook slaafvrij. Het echte probleem is dat we ze nog te weinig kopen - we
eten te veel `slaafchocola`. Dus het valt te hopen dat chocolade-eters massaal overstappen
op deze merken.