sologezin


LET OP: Dit woord heeft ook oudere betekenissen. Alleen de nieuwe betekenissen worden getoond. Bekijk dit woord in het Algemeen Nederlands Woordenboek om alle betekenissen te zien: sologezin (ANW)

sologezin 1.0

Betekenis

iemand die alleen woont; eenpersoonshuishouden

Een sologezin…

is een persoon

  • [Leden] bestaat slechts uit één persoon en is als zodanig dus eigenlijk geen gezin

    Over het woord

    Aard herkomst inheems woord
    Vroegste datering 2006
    Vorm Afbreking
    Enkelvoud sologezin so.lo.ge.zin
    Meervoud sologezinnen so.lo.ge.zin.nen
    Niet-officiële variant solo-gezin -
    Aantal lettergrepen 4
    Hoofdklemtoon 1ste lettergreep
    Type zelfstandig naamwoord
    Naamtype soortnaam
    Geslacht onzijdig
    Lidwoord het
    Betekenisklasse persoonsnaam
    Type samenstelling
    Linkerlid solo
    Linkerlidtype bijwoord
    Rechterlid gezin
    Rechterlidtype zelfstandig naamwoord
    Tussenklank geen

    Het woord in gebruik

    Toename sologezinnen drukt op milieu [...]. Steeds meer mensen wonen alleen, uit vrije keuze of door omstandigheden. Voor het milieu is dat geen goede zaak, want eenpersoonshuishoudens zijn de grootste verbruikers van land, energie en huishoudapparaten [...]. Een escalatie van de consumptie kan worden afgeremd door singles milieuvriendelijkere woonmogelijkheden te bieden op hun maat, zoals collectieve woongelegenheden en milieuvriendelijke eenpersoonswoningen, argumenteert onderzoekster Jo Williams.

    De Standaard,

    Gedurende een periode van 22 jaar heb ik pleegkinderen opgenomen in mijn 'solo-gezin', openlijk als homoseksueel. In die 22 jaar zijn 55 kids 13-18 onder mijn hoede geplaatst.

    http://www.kerknieuws.nl/nieuws.asp?oId=16126&tPageFoundR=15&lastR=133659,

    Tijd neologisme