swaffelaar


swaffelaar 1.0

Betekenis

iemand die de penis heen en weer zwiept, vaak tegen iemand of iets aan; iemand die swaffelt

Een swaffelaar…

is een persoon

  • [Functie] swaffelt om seksuele redenen of om iemand of iets belachelijk te maken of te beledigen of om te provoceren
  • [Activiteit of handeling] zwiept met de penis heen en weer, en vaak tegen iemand of iets aan; swaffelt

    Over het woord

    Aard herkomst inheems woord
    Vroegste datering 2008
    Vorm Afbreking
    Enkelvoud swaffelaar swaf.fe.laar
    Meervoud swaffelaars swaf.fe.laars
    Aantal lettergrepen 3
    Hoofdklemtoon 1ste lettergreep
    Type zelfstandig naamwoord
    Naamtype soortnaam
    Geslacht mannelijk
    Lidwoord de
    Betekenisklasse persoonsnaam
    Type afleiding
    Basisvorm swaffelen
    Woordsoort van de basis werkwoord (stam)
    Achtervoegsel -aar

    Het woord in gebruik

    Hyperoniem persoon

    Een swaffelaar is dinsdagavond na de wedstrijd van het Nederlands elftal tegen Roemenië in de Amsterdam Arena van het veld gehaald. De man heeft een boete en een stadionverbod gekregen, meldt het Openbaar Ministerie woensdag.

    http://www.nd.nl/artikelen/2013/maart/27/swaffelaar-arena-krijgt-boete,

    Er is weer een swaffelaar betrapt. Een dronken voetbalfan heeft dinsdagavond na de wedstrijd Nederland-Roemenië zijn stoeltje geswaffeld en er overheen geplast. Dat wordt betalen.

    http://www.rtlnieuws.nl/editienl/swaffelen-de-arena-dat-dan-550-euro

    Student toont geslachtsdeel bij Taj Mahal. Het Rotterdamse EuroCollege heeft een student van deze particuliere school gestuurd, omdat die zich onzedelijk heeft gedragen bij de wereldberoemde Taj Mahal in India. Bij het 17e eeuwse mausoleum haalde hij zijn geslachtsdeel uit zijn broek en zwabberde daarmee in het rond. De onderwijsinstelling voor evenementen- en hotelmanagement spreekt van "onfatsoenlijk en onacceptabel gedrag". Zij verwijderde de zogenoemde 'swaffelaar' op staande voet van school.

    De Telegraaf,

    Domein seks, gender en relaties
    Tijd neologisme