thuizenaar


thuizenaar 1.0

Betekenis

iemand die veel tijd thuis doorbrengt, bijvoorbeeld door een pandemie; iemand die omdat hij veel tijd thuis door moet brengen of doorbrengt als een soort kluizenaar leeft

Een thuizenaar…

is een persoon

  • [Plaats] iemand die vooral veel tijd thuis doorbrengt; iemand die veel thuis is, bijvoorbeeld vanwege een pandemie

    Hoofdsemagram: kluizenaar


    Over het woord

    Aard herkomst inheems woord
    Vroegste datering 2020
    Bijzonderheden Het woord [thuizenaar kwam op tijdens de coronapandemie.
    Samenhangende woorden (vorm) thuismoe
    Vorm Afbreking
    Enkelvoud thuizenaar thui.ze.naar
    Meervoud thuizenaars thui.ze.naars
    Meervoud thuizenaren thui.ze.na.ren
    Aantal lettergrepen 3
    Hoofdklemtoon 1ste lettergreep
    Type zelfstandig naamwoord
    Naamtype soortnaam
    Geslacht mannelijk
    Lidwoord de
    Betekenisklasse persoonsnaam
    Type blend
    Bestanddeel thui-
    Basiswoord thuis
    Woordsoort van de basis bijwoord
    Bestanddeel -zenaar
    Basiswoord kluizenaar
    Woordsoort van de basis zelfstandig naamwoord

    Het woord in gebruik

    Hyperoniem persoon

    Naast de vele samenstellingen zijn er ook allerlei zogeheten porte-manteauwoorden ontstaan, waarbij bestaande woorden tot één nieuw woord vermengd worden, zoals 'covidioot', 'coronials' en 'thuizenaar'. Laatstgenoemde is een heerlijk eufemistisch woord, want jezelf bestempelen als kluizenaar doen we liever niet. Een thuizenaar zijn we daarentegen allemaal!

    https://babelmagazine.nl/2020/11/26/ons-vitale-virusvocabulaire/,

    Gelukkig was ik de afgelopen maanden geen thuizenaar al was ik meer thuis dan uit. Maar ik was niet alleen en ging elke dag even naar buiten en sprak andere mensen, op afstand, jawel, maar een stem overbrugt die anderhalve meter makkelijk.

    http://www.fluweelbloem.nl/?m=202005,

    Domein gezondheid, geneeskunde en zorg
    Tijd neologisme