Een thuizenaar…
is een persoon
Aard herkomst | inheems woord |
---|---|
Vroegste datering | 2020 |
Bijzonderheden | Het woord [thuizenaar kwam op tijdens de coronapandemie. |
Samenhangende woorden (vorm) | thuismoe |
Vorm | Afbreking | |
---|---|---|
Enkelvoud | thuizenaar | thui.ze.naar |
Meervoud | thuizenaars | thui.ze.naars |
Meervoud | thuizenaren | thui.ze.na.ren |
Aantal lettergrepen | 3 |
---|---|
Hoofdklemtoon | 1ste lettergreep |
Type | zelfstandig naamwoord |
---|---|
Naamtype | soortnaam |
Geslacht | mannelijk |
Lidwoord | de |
Betekenisklasse | persoonsnaam |
Type | blend |
---|---|
Bestanddeel | thui- |
Basiswoord | thuis |
Woordsoort van de basis | bijwoord |
Bestanddeel | -zenaar |
Basiswoord | kluizenaar |
Woordsoort van de basis | zelfstandig naamwoord |
Hyperoniem | persoon |
---|
Naast de vele samenstellingen zijn er ook allerlei zogeheten porte-manteauwoorden ontstaan, waarbij bestaande woorden tot één nieuw woord vermengd worden, zoals 'covidioot', 'coronials' en 'thuizenaar'. Laatstgenoemde is een heerlijk eufemistisch woord, want jezelf bestempelen als kluizenaar doen we liever niet. Een thuizenaar zijn we daarentegen allemaal!
Gelukkig was ik de afgelopen maanden geen thuizenaar al was ik meer thuis dan uit. Maar ik was niet alleen en ging elke dag even naar buiten en sprak andere mensen, op afstand, jawel, maar een stem overbrugt die anderhalve meter makkelijk.
Domein | gezondheid, geneeskunde en zorg |
---|---|
Tijd | neologisme |