Veel Ajax-supporters veroordelen de actie van de ultra's van Vak 410, die bij de bekerfinale
tegen PEC Zwolle zondag vuurwerk op het veld gooiden. Zelfs 410 heeft inmiddels op
de eigen website excuses gemaakt "aan Ajax, de spelers en de harde kern". Toch is
de actie bij uitstek een voorbeeld van de ultra-cultuur. Niet de sportieve prestaties
van de club, maar het mooiste spandoek, het hardste gezang en de mooiste 'pyroshows'
zorgen voor aanzien in de wereld van de ultra's.
De ultra-cultuur komt van oorsprong uit Italië en is in de laatste decennia in vrijwel
heel Europa en Zuid-Amerika geadopteerd. Ultras zingen negentig minuten lang, ongeacht
het wedstrijdverloop. Een 'capo' met megafoon bepaalt wat er gezongen wordt en het
vak klapt en zingt als één man. Vlaggen, spandoeken en vuurwerk maken het beeld compleet.
De ultra-cultuur, en dus ook 410, is vooral populair onder jongeren. 410 is in ruim
tien jaar uitgegroeid tot een groep met duizenden aanhangers en een veelvoud aan sympathisanten.
Op het vak heerst het recht van de sterkste. Bovenaan de apenrots staat de capo, die
vaak in blote bast de liederen dicteert. Daar vlak naast staan de andere leiders van
de groep. Zij bepalen wat er gezongen wordt en wat er buiten het stadion gebeurt.
Zo is vuurwerk, essentieel onderdeel van de ultra-cultuur, verboden in Nederlandse
stadions. Ook het geweld en het wantrouwen tegen politie, stewards en clubbestuurders
zorgt ervoor dat de relatie tussen ultras en club vaak gespannen is.