NOTE: This word has older meanings. Only new meanings are being shown. View this word in the Algemeen Nederlands Woordenboek to show all senses of the word: wildroker (ANW)
Een wildroker…
is een persoon
Aard herkomst | inheems woord |
---|---|
Vroegste datering | 2008 |
Vorm | Afbreking | |
---|---|---|
Enkelvoud | wildroker | wild.ro.ker |
Meervoud | wildrokers | wild.ro.kers |
Aantal lettergrepen | 3 |
---|---|
Hoofdklemtoon | 1ste lettergreep |
Type | zelfstandig naamwoord |
---|---|
Naamtype | soortnaam |
Geslacht | mannelijk |
Lidwoord | de |
Betekenisklasse | persoonsnaam |
Type | afleiding |
---|---|
Basisvorm | wildroken |
Woordsoort van de basis | werkwoord (stam) |
Achtervoegsel | -er |
Type | samenstelling |
---|---|
Linkerlid | wild |
Linkerlidtype | bijvoeglijk naamwoord |
Rechterlid | roker |
Rechterlidtype | zelfstandig naamwoord |
Tussenklank | geen |
Type | samenstellende afleiding |
---|---|
Linkerdeel | wild |
Linkerdeeltype | bijwoord |
Middendeel | roken |
Middendeeltype | werkwoord (stam) |
Achtervoegsel | -er |
Hyperoniem | persoon |
---|
In Rotterdam liggen er vanaf vandaag zes asbaktegels op straat, daar kunnen wildrokers hun peuken in droppen. Rotterdam heeft vandaag als eerste gemeente in het centrum zes 'asbaktegels' geplaatst. Dat zijn tegels waarin je in een speciaal rooster je sigarettenpeuken kan doen. Ze zijn bedacht om de overlast van peuken tegen te gaan. Sinds het rookverbod in openbare ruimten, roken veel mensen op straat en gooien ze hun peuken op de stoep. Met de nieuwe tegels hoopt Rotterdam weer wat minder peuken op straat te vinden. Bovendien zijn ze slecht voor het milieu.
Tijd | neologisme |
---|
Een wildroker…
is een persoon
Aard herkomst | inheems woord |
---|---|
Vroegste datering | 2006 |
Benoemingsmotief | In deze betekenis is het woord gevormd naar het al langer bestaande wildplasser. |
Vorm | Afbreking | |
---|---|---|
Enkelvoud | wildroker | wild.ro.ker |
Meervoud | wildrokers | wild.ro.kers |
Aantal lettergrepen | 3 |
---|---|
Hoofdklemtoon | 1ste lettergreep |
Type | zelfstandig naamwoord |
---|---|
Naamtype | soortnaam |
Geslacht | mannelijk |
Lidwoord | de |
Betekenisklasse | persoonsnaam |
Type | afleiding |
---|---|
Basisvorm | wildroken |
Woordsoort van de basis | werkwoord (stam) |
Achtervoegsel | -er |
Type | samenstelling |
---|---|
Linkerlid | wild |
Linkerlidtype | bijvoeglijk naamwoord |
Rechterlid | roker |
Rechterlidtype | zelfstandig naamwoord |
Tussenklank | geen |
Type | samenstellende afleiding |
---|---|
Linkerdeel | wild |
Linkerdeeltype | bijwoord |
Middendeel | roken |
Middendeeltype | werkwoord (stam) |
Achtervoegsel | -er |
Hyperoniem | persoon |
---|
Portiers moeten, vaak aangespoord door de uitbater, streng op blijven treden tegen wildrokers. Maar met een handvol portiers ruim duizend bezoekers controleren is tijdrovend, maar bovenal vermoeiend. Als een peuk gaat branden, is het hek van de dam. Portier Ponjo (81a/b): "Mensen weten dat ze niet mogen roken, maar standaard om 03:00 uur beginnen ze toch. We spreken ze er twee keer op aan. Daarna gaan ze eruit. De meesten werken mee."
Voor wie het niet gelezen heeft: een 'milieuwachter' in Geldrop heeft een vrouw van 75 jaar oud een boete opgelegd van € 75 wegens het 'dumpen van huishoudelijk afval' [...]. Haar misdrijf bestond uit het weggooien (in een afvalbak!) van een plastic zakje. Ik zie haar dwaling niet: een plastic zakje dat ze niet nodig heeft, kan terecht als afval beschouwd worden, en welke plaats is daar beter voor dan een afvalbak? En dat in een tijd waarin [...] het rookverbod op (in ieder geval de NS- en GVB-stations Amsterdam-Centraal en Amsterdam-Sloterdijk) op grote schaal wordt overtreden [...]. Misschien zou deze overijverige dienstklopper op Amsterdam-Centraal gedetacheerd kunnen worden, zodat hij daar nuttig werk kan verrichten door wildrokers te bekeuren.
Wie nu rookt op plaatsen waar dit officieel verboden is, wordt een wildroker genoemd, naar het voorbeeld van wildplasser. Nederland telde eventjes veel wildrokers in horecagelegenheden die opeens rookcafés of rookkroeg werden genoemd.
Tijd | neologisme |
---|