NOTE: This word has older meanings. Only new meanings are being shown. View this word in the Algemeen Nederlands Woordenboek to show all senses of the word: ziek (ANW)
Vorm | Afbreking | |
---|---|---|
Stellende trap onverbogen | ziek | ziek |
Stellende trap verbogen | zieke | zie.ke |
Vergrotende trap onverbogen | zieker | zie.ker |
Vergrotende trap verbogen | ziekere | zie.ke.re |
Overtreffende trap onverbogen | ziekst | ziekst |
Overtreffende trap verbogen | ziekste | ziek.ste |
Zelfstandig gebruik op s | zieks | zieks |
Zelfstandig gebruik op s | ziekers | zie.kers |
Aantal lettergrepen | 1 |
---|---|
Fonetische schrijfwijze | [ *z i k ] |
Type | bijvoeglijk naamwoord |
---|---|
Syntactische subklasse | attributief, predicatief en bijwoordelijk |
Type | ongeleed |
---|
Net d'n deze maar weer eens opgezet, was blijkbaar gisteren 20 jaar geleden dat ie uitkwam. Nog steeds een zieke plaat.
Ik ben trouwens ziek goed voorbereid. Morgen op vakantie en heb net al mijn laatste was gedaan. Zo in de droger stoppen. Hoeven we morgen alleen nog maar de tassen in te pakken.
Vanochtend liep ik naar mijn waggie en voelde ik mij bekeken. Kijk ik omhoog zit ze mij uit te checken. Ik had wel een zieke swag. No cap. Van top tot teen elegant maar casual gekleed.
Ik waardeer die Belg overigens wel hoor. Maar ook hij draagt altijd 2 horloges. Hij heeft wel echt een zieke collectie trouwens.
'Na een half uurtje blauwbekken en patriottisch geouwehoer over hoe goed de Amerikanen wel niet bezig waren, zijn we lekker een bakkie wezen doen in de Dutch Corner. Daar draaide net Jackass 2. Wat een zieke film is dat!'
Tijd | neologisme |
---|