LET OP: Dit woord heeft ook oudere betekenissen. Alleen de nieuwe betekenissen worden getoond. Bekijk dit woord in het Algemeen Nederlands Woordenboek om alle betekenissen te zien: zorghulp (ANW)
Een zorghulp…
is een hulp; is een persoon
| Aard herkomst | inheems woord |
|---|---|
| Vroegste datering | 2001 |
| Periode opkomst | 2001 |
| Vorm | Afbreking | |
|---|---|---|
| Enkelvoud | zorghulp | zorg.hulp |
| Meervoud | zorghulpen | zorg.hul.pen |
| Aantal lettergrepen | 2 |
|---|---|
| Hoofdklemtoon | 1ste lettergreep |
| Type | zelfstandig naamwoord |
|---|---|
| Naamtype | soortnaam |
| Lidwoord | de |
| Getal | met meervoud |
| Betekenisklasse | persoonsnaam |
| Type | samenstelling |
|---|---|
| Linkerlid | zorg |
| Linkerlidtype | zelfstandig naamwoord |
| Rechterlid | hulp |
| Rechterlidtype | zelfstandig naamwoord |
| Tussenklank | geen |
| Betrokken betekenissen | 1.0 : 2.0 |
|---|
De zorghulp moet: samen met anderen een taak uitvoeren; met name vaardigheden bezitten op huishoudelijk gebied; rekening kunnen houden met wensen en gewoonten van de zorgvrager op het gebied van dagelijkse schoonmaakwerkzaamheden; een goede beroepshouding hebben.
Zorghulpen doen met name veel huishoudelijke taken onder begeleiding in zorginstellingen en/of tehuizen.
| Domein | gezondheid, geneeskunde en zorg |
|---|---|
| Tijd | neologisme |