aidsambassadeur


aidsambassadeur 1.0

Betekenis

iemand die zich voor zijn beroep bezighoudt met het internationaal uitdragen van het eigen, binnenlandse beleid ten aanzien van hiv en aids; ambassadeur die het aidsbeleid uitdraagt

Een aidsambassadeur…

is een ambassadeur; is een persoon

  • [Functie] houdt zich bezig met het uitdragen van het eigen, binnenlandse beleid inzake hiv en aids

    Hoofdsemagram: ambassadeur


    Over het woord

    Aard herkomst inheems of leenwoord
    Vroegste datering 2003
    Vorm Afbreking
    Enkelvoud aidsambassadeur aids.am.bas.sa.deur
    Meervoud aidsambassadeuren aids.am.bas.sa.deu.ren
    Meervoud aidsambassadeurs aids.am.bas.sa.deurs
    Officiële variant aids-ambassadeur aids-am.bas.sa.deur
    (Met facultatief koppelteken.)
    Aantal lettergrepen 5
    Hoofdklemtoon 1ste lettergreep
    Type zelfstandig naamwoord
    Naamtype soortnaam
    Geslacht mannelijk
    Lidwoord de
    Betekenisklasse persoonsnaam
    Type samenstelling
    Linkerlid aids
    Linkerlidtype zelfstandig naamwoord
    Rechterlid ambassadeur
    Rechterlidtype zelfstandig naamwoord
    Tussenklank geen

    Het woord in gebruik

    Als deel van een afleiding


    Hyperoniem ambassadeur; iemand; persoon
    Feminiem aidsambassadrice
    Androniem aidsambassadeur

    Bekkers is nu bijna drie jaar ambassadeur aidsaangelegenheden bij het ministerie. Toen hij begon als aidsambassadeur wist hij nog weinig van hiv af.

    http://www.hivnet.org/index.php?option=com_content&task=view&id=7101&Itemid=668

    Ook nu hij aidsambassadeur is, is hij sterk begaan met het lot van kinderen, van aidsbaby's, aidswezen en de kindhuishoudens.

    http://www.inoverheid.nl/artikel/artikelen/1110420/aids-is-een-armoedeprobleem.html

    Nederland krijgt volgend jaar een speciale 'aids-ambassadeur'. [...] Het is de bedoeling dat deze functionaris de wereld zal rondreizen en lobbyen voor meer inspanningen om aids in ontwikkelingslanden te voorkomen en te bestrijden.

    Domein gezondheid, geneeskunde en zorg
    Tijd neologisme