bonusdochter


bonusdochter 1.0

Betekenis

dochter die niet iemands eigen biologische of geadopteerde dochter is, maar de biologische of geadopteerde dochter van een partner; dochter van wie minimaal een van de ouders een partner heeft die niet haar biologische ouder of adoptieouder is; dochter van iemands partner uit een eerdere relatie; bonusdochter; stiefdochter
Het woorddeel bonus drukt net als plus in plusdochter uit dat de stiefdochter een aanwinst is voor haar stiefouder.

Een bonusdochter…

is een dochter; is een familielid; is een persoon

      Hoofdsemagram: stiefdochter


      Over het woord

      Aard herkomst inheems woord
      Vroegste datering 2020
      Vorm Afbreking
      Enkelvoud bonusdochter bo.nus.doch.ter
      Meervoud bonusdochters bo.nus.doch.ters
      Verkleinvorm bonusdochtertje bo.nus.doch.ter.tje
      Aantal lettergrepen 4
      Hoofdklemtoon 1ste lettergreep
      Type zelfstandig naamwoord
      Naamtype soortnaam
      Geslacht vrouwelijk
      Lidwoord de
      Betekenisklasse persoonsnaam
      Type samenstelling
      Linkerlid bonus
      Linkerlidtype zelfstandig naamwoord
      Rechterlid dochter
      Rechterlidtype zelfstandig naamwoord
      Tussenklank geen

      Het woord in gebruik

      Als deel van een afleiding


      Hyperoniem dochter; familielid
      Synoniem stiefdochter
      Synoniem plusdochter ( (vooral) in België)

      „Met mij gaat het uitstekend, dank je, en met jou? Ze zijn allebei weg, ja. Mijn bonusdochter ook. Ik weet ook niet waarom ik dat woord gebruik, zo noemde haar moeder het altijd. Vond ik toen al irritant. Denk je dat kinderen ooit zeggen dat ze een bonusvader hebben? Kinderen denken: wie is die ouwe gast die hier mijn moeder komt neuken en wanneer gaat hij weer weg?"

      NRC,

      Hij zal nooit meer gebruiken, zegt hij. Zijn oudste zoon en 'bonusdochter' studeren nu, in Utrecht, en zitten bij het corps.

      NRC,

      Thijs en ik eten een beetje hetzelfde, voor de kinderen koken we apart. We zijn vegetariërs en mijn bonusdochter is dat ook.

      Algemeen Dagblad,

      Taalvariëteit (vooral) in Nederland
      Tijd neologisme