broer die de biologische of geadopteerde zoon is van de partner van iemands biologische
ouder; zoon van iemands stiefouder uit een andere relatie; stiefbroer; bonusbroer
Het woorddeel plus drukt net als bonus in bonusbroer uit dat de stiefbroer een aanwinst is voor zijn stiefzus(sen) en/of stiefbroer(s).
"De diversiteit in gezinnen is gigantisch toegenomen. Er zijn niet alleen stiefbroers
en stiefzussen, of om het mooier te zeggen: plusbroers en pluszussen, er zijn ook
halfbroers en halfzussen, plusmama's en pluspapa's, bijkomende grootouders. Dit soort
gezinnen zijn geen 365 dagen op een jaar bij elkaar. Soms zijn ze met zes, soms met
twee, soms met vier. In dit verhaal was het ook zo."
Hey Lisa, mijn ouders zijn gescheiden, mijn pa doet lastig en mijn plusmoeder (stiefmoeder)
is een echte chagrijnige stresskip. Bovendien geeft mijn pluszus op alles commentaar.
Mijn plusbroer is wel oké. ik moet elke week wisselen en ik ben het echt zo beu bij
mijn pa. Erg lang hou ik het er niet meer vol! Help me, please.
Pleegbroer ontpopte zich tot zijn grote vreugde tot bowlingspecialist. Plusbroer kon
er ook wat van!