Het woord restorestje kwam als winnaar uit de bus van een verkiezing waarbij een alternatief woord voor
het Engelse doggybag werd gezocht. De verkiezing was een ludieke actie en werd georganiseerd door Test-Aankoop
in samenwerking met de stad Gent. Andere kandidaatwoorden waren kliekjesdoos, nagenieter, overdoos en verspil-me-nietje. Restorestje werd echter al snel alleen in de betekenis 'restje eten' gebruikt, en de nadruk ligt,
anders dan bij het woord doggybag, niet zozeer op de verpakking, het zakje, waar het eten in wordt gestopt.
App verkoopt restorestjes spotgoedkoop aan de consument. Eén derde van al het voedsel
dat wereldwijd geproduceerd wordt, eindigt vroeg of laat in de afvalcontainer. Een
groot deel daarvan is afkomstig van restaurants, die hun niet verkochte voedsel na
sluitingstijd weggooien. En daar willen de makers van de app Too Good to Go paal en
perk aan stellen.
Restorestjes die in overschotdozen of zogenaamde 'doggy bags' meegegeven worden aan
de consument [...] kunnen de consument mogelijk aan een aantal microbiologische gevaren
blootstellen die een voedselvergiftiging kunnen veroorzaken. De voornaamste oorzaken
zijn het niet respecteren van de vereiste temperatuur en het optreden van kruisbesmetting
tussen rauwe en gekookte levensmiddelen. Daarom is het belangrijk restorestjes zo
snel mogelijk in de koelkast te plaatsen en, indien deze nadien warm geconsumeerd
worden, voldoende op te warmen voor consumptie.
De inspanningen getuigen van een bepaalde visie, maar blijven voorlopig echter vooral
symbolisch, met veel 'gerommel in de marge'. Aaibaar, maar niet effectief. Met enkele
moestuinen, restorestjes en vrijblijvend energie-advies gaan we er niet geraken.
Restorestje, zo zal de 'doggybag' in Vlaanderen heten. Door zo'n naam te lanceren,
hoopt Test-Aankoop dat het meenemen van overschotten van eten op restaurant steeds
meer ingeburgerd zal geraken.