LET OP: Dit woord heeft ook oudere betekenissen. Alleen de nieuwe betekenissen worden getoond. Bekijk dit woord in het Algemeen Nederlands Woordenboek om alle betekenissen te zien: toerist (ANW)
Een toerist…
is een persoon
Aard herkomst | inheems woord |
---|---|
Vroegste datering | 2000 |
Vorm | Afbreking | |
---|---|---|
Enkelvoud | toerist | toe.rist |
Meervoud | toeristen | toe.ris.ten |
Verkleinvorm | toeristje | toe.rist.je |
Aantal lettergrepen | 2 |
---|---|
Hoofdklemtoon | 2de lettergreep |
Fonetische schrijfwijze | [ t u . *r ɪ s t ] |
Type | zelfstandig naamwoord |
---|---|
Naamtype | soortnaam |
Geslacht | mannelijk |
Lidwoord | de |
Betekenisklasse | persoonsnaam |
Type | in brontaal geleed |
---|
Type | afleiding |
---|---|
Basisvorm | toer |
Woordsoort van de basis | zelfstandig naamwoord |
Achtervoegsel | -ist |
Betrokken betekenissen | 1.0 : 1.1 |
---|
'Er zouden in heel Europa per jaar zelfs een half miljoen vrouwen en meisjes verhandeld worden. Ik heb cijfers waaruit blijkt dat er wereldwijd alleen al tien miljoen kinderen in de seksindustrie zitten en dat er elk jaar een miljoen bijkomen. In een land als Thailand kunnen toeristen voor de duur van hun verblijf zelfs een jong meisje of jongetje leasen.'
Snel check ik in mijn kamer de minibar om te kijken of het echt waar is, van dat alcoholverbod, en inderdaad: vruchtensappen in alle soorten en combinaties, maar geen Heinekens [...]. Beneden in het Franserige restaurant van het hotel [...] durft Erik een beetje gegeneerd [...] te vragen of we werkelijk geen fles wijn kunnen bestellen (hij klinkt een beetje als een toerist die in Amsterdam aan een inboorling vraagt hoe hij heroïne kan bekomen).
Tijd | neologisme |
---|