flexitariër


flexitariër 1.0

Betekenis

iemand die een zo goed als vegetarisch dieet volgt; iemand die bijna nooit vlees eet; bijna-vegetariër

Een flexitariër…

is een persoon

  • [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] eet bijna nooit vlees; eet heel soms vlees; volgt een zo goed als vegetarisch dieet
  • [Gelijkenis] lijkt op een flexivoor en op een vegetariër
  • [Onderscheid of tegenstelling] verschilt van een flexivoor doordat hij bijna nooit vlees eet; verschilt van een vegetariër doordat hij soms vlees eet

    Over het woord

    Aard herkomst inheems woord
    Vroegste datering 2007
    Samenhangende woorden (vorm) divertariër; vegetariër
    Vorm Afbreking
    Enkelvoud flexitariër flexi.ta.ri.er
    Meervoud flexitariërs flexi.ta.ri.ers
    Aantal lettergrepen 5
    Hoofdklemtoon 3de lettergreep
    Type zelfstandig naamwoord
    Naamtype soortnaam
    Geslacht mannelijk
    Lidwoord de
    Betekenisklasse persoonsnaam
    Type blend
    Bestanddeel flexi-
    Basiswoord flexibel
    Woordsoort van de basis bijvoeglijk naamwoord
    Bestanddeel -tariër
    Basiswoord vegetariër
    Woordsoort van de basis zelfstandig naamwoord

    Het woord in gebruik

    Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen


    Ongeveer 90% van de Belgen heeft een positieve, genuanceerde houding tegenover vlees. Zij eten vaak vlees, maar daarom niet dagelijks. Zij mogen zich flexivoor noemen. 9% van de Belgen is daarentegen flexitariër. Zij kiezen minder voor vlees en zijn van oordeel dat vlees eten minder gezond en duurzaam is. Toch eten zij nog af en toe vlees, bijvoorbeeld uit praktische overwegingen of omwille van de voedingswaarden.

    http://www.fiftytoo.be/nl/Ben-jij-een-flexivoor.html,

    Flexitariërs zijn de nieuwe trend in Amerika. Net als vegetariërs eten flexitariërs vooral plantaardig voedsel zoals granen, groenten en fruit. Maar daarnaast gaat een stukje gevogelte, vis of mager vlees er af en toe ook wel in.

    http://www.gezondheidsnet.nl/voeding/nieuws/1371/een-flexitarier-eet-weinig-vlees,

    Tijd neologisme