Ooit was een vegetariër iemand die een principiële keus had gemaakt om geen vlees
te eten. De nieuwe vegetariër is vaak deeltijdvegetariër, of 'vagetariër': iemand
die stilstaat bij de herkomst van zijn vlees en besluit om er minder van te eten.
Ik ben een vagetariër. Iemand die hoogst zelden vlees of vis eet. Maar ook iemand
die zelfs het vegetarisme niet helemaal nauw neemt. Als mijn vagetarisme niet voortkomt
uit een diepgaande overtuiging, dringt de vraag zich op waarom ik er dan een ben geworden.
Het eerlijke antwoord is dat ik er ben ingerommeld. Mijn kinderen zijn overtuigde
vegetariërs. Zij gruwen zo van dierenleed, dat ze geen dieren willen eten.
Drie dagen geleden had ik het besloten. Ik stop met vlees eten. Voorlopig. Ik wordt
vagetariër. Het was een bewuste keuze. Niet omdat ik dieren eten zielig vind voor
de natuur, want mensen hebben hoektanden en die zijn gewoon om vlees mee te scheuren.
Hier spreekt een mislukte vagetariër die wel vegetariër wilde worden, maar er niet
van afblijven kon.