Royale winsten komen niet zelden terecht bij aandeelhouders, via dividend of via terugkoop
van eigen aandelen door grote bedrijven, een methode om de aandelenkoers op te stuwen.
Recent gebeurde dit bij onder meer Shell en Ahold Delhaize. Voor centrale banken is
de door bedrijfswinsten gevoede inflatie extra lastig, vooral omdat daar hogere looneisen
uit kunnen ontstaan. Hogere lonen leiden vervolgens weer tot hogere prijzen. President
Christine Lagarde van de ECB waarschuwde donderdag in haar persconferentie voor "vergeldingsinflatie",
waarbij zowel werkgevers als werknemers telkens hogere inkomsten najagen, en zo de
inflatie verder voeden.
De gemiddelde cao-loonstijging bedroeg vorige maand 7,5 procent. Dat is historisch
fors, maar nog steeds niet genoeg voor volledige compensatie van de inflatie. Maar
de vakbonden hebben de wind mee en eisen meer, al dan niet via stakingen. Daar zit
een risico in: president Klaas Knot van De Nederlandsche Bank repte zondag in Buitenhof
van 'vergeldingsinflatie' in reactie op graaiflatie: de roep bij werknemers om hun
fair share van de hogere winsten naar zich toe te trekken. En waar hij een half jaar
geleden nog zei dat de winsten van bedrijven een forse loonstijging voor werknemers
rechtvaardigen, waarschuwde hij nu voor een loon-prijsspiraal.
De centrale banken zijn gewend om de lonen nauwkeurig in de gaten te houden om het
inflatiegevaar in te schatten. Dat heeft te maken met de zogenoemde loon-prijsspiraal,
waarbij looneisen tot prijsverhogingen leiden en prijsverhogingen weer tot looneisen.
Maar de winsten zijn dus minstens zo belangrijk, stelt de ECB vast. Het grote gevaar
is dat de bedrijven geen margeverlies willen lijden en de huishoudens geen koopkrachtverlies.
Dan ontstaat wat ECB-voorzitter Christine Lagarde 'tit-for-tat-inflation' noemt, of
vergeldingsinflatie. 'In een goed sociaal contract zou er geen sprake van mogen zijn
dat je elkaar met gelijke munt terugbetaalt', zei Lagarde vorige week.